
De jagerswereld heeft op 10 juni 1978 tijdens de Algemene Vergadering van de KNJV de geldende weidelijkheidsnormen voor jagend Nederland vastgesteld en vervolgens op 8 april 2002 geactualiseerd. Verantwoorde jacht houdt rekening met de intrinsieke waarde van het dier en handelt van uit het internationale kernbegrip "wise-use”.Het verstandig gebruiken en in stand houden van de natuurlijke bronnen en omgeving door de mens.Deze gedragsregels vormen van oudsher voordat zij formeel werden vastgelegdde tradities en gebruiken in de jagerswereld: de jachtetiquette.
Een weidelijk jager is een vakkundig jager met eerbied en respect voor de wettelijke regelgeving, de natuur, de bejaagde dier- en vogelsoorten en zijn natuurlijke omgeving. De jacht wordt uitgeoefend vanuit een groot besef van deverantwoordelijkheid voor alles wat leeft.Vanzelfsprekend komt hij de wettelijke verplichtingen na van het land waarin hij jaagt. Hij jaagt volgens de hieronder beschreven en zichzelf opgelegde gedrag- en weidelijkheidsregels.
Cursief zijn ter toelichting aanvullend uitvoerende handelingen beschreven.
Beheer van het jachtveld
De jager:
De jager pleegt geen roofbouw op de wildstand en helpt het terrein te onderhouden of te verbeteren. Hij zet vlak voor een jachtdag geen wild uit (bij wet verboden).
Houding ten opzichte van dieren
De jager:
De jager neemt ruim de tijd voor het nazoeken van beschoten wild. Zorgt voor de aanwezigheid van een goed getrainde jachthond (apporteur). Nodigt geen gasten uit wanneer de wildstand dit niet toelaat. Toont te allen tijde respect voor het (gedode) dier door tableau te leggen, niet over dit tableau heen te stappen en zo mogelijk het wild "dood” te blazen. Iedereen, m.u.v. de dames en blazers nemen hun hoofddeksel af. Het wild wordt altijd met respect op de rechterzijde neergelegd en bij voorkeurin de klassieke volgorde: roodwild, damwild, varkens, reewild, vossen, hazen, konijnen, fazanten, houtsnippen, ander veerwild.
Zelfbeheersing
De Jager:
De jachtpassie wordt ondergeschikt gemaakt aan de eisen van goed wildbeheer.
Veiligheid met het wapen
De Jager:
De jager zorgt ervoor dat zijn wapens en munitie thuis en tijdens het vervoer zondig zijn opgeborgen, dat onbevoegden er niet aan kunnen komen. Hij schiet niet als hij er niet zeker van is, dat het schot veilig kan worden afgegeven.
Houding tegenover derden
De Jager:
De jager kortom laat alles na, wat de jacht in diskrediet zou kunnen brengen. Hij laat geen hekken open staan envertrapt geen gewassen. Hij voorkomt paniek bij het aanwezige veedoor zijn optreden. Neemt geen deel aan "kantjes jagen” of aanzit aan de grens van zijn jachtveld. Jaagt niet vlak langs huizen en/of drukke wegen en voorkomt zo mogelijk risicovolle situaties. Laat geen hulzen of andere troep achter in het veld.
Houding tegenover de samenleving
De jager: